Deze dag kan ik het beste vergelijken met dag 2 omdat ik toen ook een late start had. Ik had vandaag besloten om toch de vroege trein te nemen, zodat ik in de 2e groep helemaal vooraan zou staan. Dat lukte mij ook, en daarom was ik eigenlijk al meteen op pad om 06.15 uur. We liepen voor de 3e keer door Hatert om Nijmegen uit te komen, dan langs de Overasseltse en Hatertse vennen. Een prachtig gebied om doorheen te wandelen, en dan ging het naar Overasselt. Ik kon lekker doorlopen, en had al snel de achterhoede bereikt van de eerste groep waarvan de laatste om 06.00 uur waren vertrokken. Maar ook hier begonnen de opstoppingen, waarbij het tempo voor mij drastisch naar beneden ging. In Overasselt even een aangename afleiding, omdat de bewoners langs de route allerlei kunst in hun tuin hadden, echt mooi om te zien, en om even te stoppen voor een foto. Maar dan gaat het weer gauw verder over de dijk richting Vogelsang – Linden – naar Beers. Maar op die dijk begon het langzame lopen, zoveel wandelaars voor je, duizenden en duizenden. Je kunt er alleen voorbij als je door de berm kan lopen, en dan zie je heel in de verte de brug waar je overheen moet, en dat is heel deprimerend als je niet vooruit kan. De eerste pijntjes van de blessure begonnen zich weer te melden, daarnaast had ik op de 3e dag ook nog eens last van mijn knieen gekregen, en een pijnlijke iritatie van mijn rechter scheenbeen.
Maar dan dacht ik “niet mauwe meid. Er zijn er die nog veel slechter lopen, en zwaardere blessures hebben”. En op zich liep ik helemaal niet slecht, maar het deed alleen verdomde pijn. In Beers even gestopt voor een kop soep en een plaspauze, en daarna naar Cuijk. Ja, die grote plaatsen waar je door heen moet zijn leuk, er staan duizenden toeschouwers die (aapjes kijken), die je aanmoedigen, kinderen die je wat lekkers aan reiken, waar je weer terecht kan voor Free Hug, blaaskapellen, chantykoren enz. Allemaal heel leuk, maar niet als je vooruit wilt, want dit is slenteren en dit breekt mij op.
Nu gaat het over de pontonbrug, dan weer een smal weggetje richting Mook.
En vanaf Malden begint zo’n beetje de intocht, en met dit prachtige weer helemaal top. Het is dan nog ongeveer 8 km wandelen waarbij je alleen nog maar kan en moet genieten, van al deze honderdduizenden mensen langs de kant die er al vroeg zaten, en die constant klappen voor iederen die voorbij komt. De pijntjes worden op zo’n moment weer eventjes verdrongen. Velen staan er met een spandoek om een naaste de laatste kilometers aan te moedigen, en vooral Gladiolen uit te delen.
Ook voor mij waren er Gladiolen, van een broer die speciaal zijn dienst had verzet, om mij op de Via Gladiola in te kunnen halen. Onze band is niet zo denderend, omdat ik in mijn vorig leven alleen maar aan mij zelf dacht. Ik heb hem toen diep gekwetst. Het is niet meer terug te draaien, en ik heb het gevoel dat dit eeuwig tussen ons in zal staan. Daarom deed deze bos Gladiolen mij ontzettend veel goed. Hij stond op de 5e rij en kon ze mij alleen maar aan reiken, en toen moest ik weer verder. Maar goed ook, want ik zou verschrikkelijk gehuild hebben. Broer ik hou ontzettend veel van je……
De laatste kilometers heb ik achter een Trompetterkorps gewandeld, die het korps Oud Mariniers deden begeleiden. Toen had ik de weg haast alleen voor mij zelf, maar wie wil er dan nog hard lopen??? Ik niet in ieder geval……Om precies 15.00 uur liep ik onder de Finish boog door……en ik dacht….Dit Nooit meer!!!! en kon ik mijn 3e Vierdaagse kruis gaan afhalen…..
Hoi Rianne,TOP,super goed gedaan.
Ik had natuurlijk ook niet anders van je verwacht.
Nu waarschijnlijk een week met de voeten in een koud bad en niet meer bewegen,maar dat heb je verdient.
LikeLike