Een artikel uit het Friesch Dagblad
Ze hebben een verschillende achtergrond: hij niet-kerkelijk opgegroeid, zij in een gereformeerd gezin. Tineke was het tweede kind in een gezin van vier kinderen; ze heeft nog twee zussen en een broer. Haar vader had een fietsenzaak in Drachten. ,,Mijn ouders komen van het Bildt, maar ik ben hier geboren, in Drachten. We woonden in het centrum.” De fietsenzaak wordt nu gerund door haar broer en is een bekende naam in Drachten.
Eeuwe werd geboren in Dord-recht, maar zijn ouders waren ‘Friezen om utens’. Zijn vader werkte bij vliegtuigbouwer Fokker. Eeuwe voelt zich meer Fries dan westerling. ,,Ik heb daar maar drie jaar gewoond. Toen keerden mijn vader en moeder terug, naar Drachten waar mijn moeder vandaan kwam.’’
Eeuwe was de oudste van de kinderen; na hem kwamen er nog vier. Het was een gezin waar het geloof geen rol speelde. ,,Ik was en ben niet kerks, maar ik heb er nooit afwijzend tegenover gestaan.”
Bij de slager
Het begint voor het eerst een rol te spelen op zijn achttiende, als hij Tineke leerde kennen. Hij werkt bij de slager en zij is het meisje van zestien van de naburige fietsenzaak. ,,Tineke kwam zo ongeveer elke dag vlees halen”, zo grapt Eeuwe. De vonk slaat over en ze krijgen verkering.
Tineke komt zoals gezegd wel uit een christelijk gezin. ,,We gingen op zondag naar de kerk, maar mijn ouders waren daar niet heel dwingend in. Dat kwam ook omdat mijn vader het ergerlijk vond dat hij vroeger altijd per se twee keer naar de kerk moest. En dan ook nog lopend, een uur in totaal, vanaf Nieuwebildtzijl.”
Ze vertelt hoe er zes dagen in de week hard gewerkt moest worden in de eigen fietsenzaak. De zondag was een welkome rustdag. Letterlijk een dag om bij te komen. ,,Ik weet nog dat mijn vader soms niet mee ging naar de kerk. Hij deed dan buiten een dutje in het grasveld onderweg naar de kerk. Terwijl mijn moeder met de vier kleintjes in de kerk zat.”
Het is in de verkeringstijd dat Tineke eigenlijk al min of meer afscheid neemt van de wekelijkse kerkgang. ,,Ik heb nog wel op catechisatie gezeten, maar belijdenis heb ik niet meer gedaan.” Dat Eeuwe niet kerks is, heeft ook zijn wisselwerking. ,,Hij ging niet mee, dus ging ik ook niet. En mijn ouders zeiden er ook niets van omdat ze zelf ook niet zo trouw meer waren in de kerkgang…”
Respecteren
Het paar trouwt in 1984. Ze hebben twee kinderen Aalsen (33) en Wiebe (29), die allebei het huis al uit zijn. Tineke werkt nu parttime in de thuiszorg en Eeuwe is inspecteur bij de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA).
Eeuwe: ,,We hebben onze kinderen opgevoed met waarden die we belangrijk vinden: respect, eerlijk zijn, voor je naaste klaarstaan.” Dat trachten ze zelf ook zo voor te leven. Hij vervolgt. ,,We zijn niet gelovig maar als iemand wél die geloofsovertuiging heeft respecteren we dat. We hopen dat het andersom ook zo mag zijn. Dat je elkaar wat dat betreft ‘in je waarde laat’.” Soms schuurt dat wel eens, merken ze het in dagelijks leven. Net alsof je niet ongelovig mág zijn.
Wat er achter elke voordeur zit aan verhalen is vaak onbekend. Levens van mensen worden getekend door hoogte- en dieptepunten. ‘Elk huisje heeft zijn kruisje’, en dat geldt ook de Geertsma’s. Tussen Aalsen en Wiebe wordt er nog een kindje geboren. Dochter Jenny, die zes weken na de geboorte overlijdt. Het is iets wat ze met zich meedragen, maar waarvan het verdriet met de jaren wel gesleten is, zo verwoorden Tineke en Eeuwe. Hun dochtertje was feitelijk niet levensvatbaar en zou nooit normaal op hebben kunnen groeien door een genetische afwijking in de chromosomen.
Fysiek
Ze hebben in die tijd ook ontdekt dat het geloof – of de bijstand van christenen – soms niet altijd de juiste snaar raakt, zonder dat ze daar al te veel over kwijt willen. Voor hen zelf is het ook geen bron waar ze op terug kunnen vallen. ,,Ik zekere zin had ik toen al afscheid genomen van het geloof”, zegt Tineke.
Een kernmoment in hun relatie is ook het moment dat Eeuwe ernstig ziek wordt, op zijn vijftigste. Hij krijgt problemen met de zenuwgeleiding van het hart. Nog geen vijf maanden later volgt een acute ontsteking aan de dikke darm, waarbij hij niet reageert op medicatie ,,Ik heb op het randje van de dood gezweefd…”
Het zet hun leven compleet stil en ze besluiten dat ze geen dingen meer gaan uitstellen. ,,Vaak hoor je wel van generatiegenoten dat ze zeggen: als ik met pensioen ga, dan ga die buitenlandse reis maken of ga ik een half jaar een pelgrimsroute lopen. Maar hoe vaak komt het niet voor dat je het dan fysiek niet meer kan? Of dat die tijd je helemaal niet gegevens is?”, zegt Eeuwe.
Allebei hebben ze een passie voor wandelen. Eeuwe loopt zes keer de Nijmeegse Vierdaagse en Tineke vier keer. Twee keer behaalt Eeuwe het kruisje behorende bij de Elfstedenwandeltocht. Eeuwe zit nu in het bestuur, en Tineke gaat de Elfstedenwandeltocht dit jaar voor de eerste keer lopen.
Dat zijn vooral meerdaagse tochten, waarbij het gaat om de sportieve prestatie. In november 2013 ontdekken ze het pelgrimeren, nadat ze er veel over hebben gehoord en gelezen. Het is al langer een stille wens om de Camino te gaan lopen ,,We zijn toen met één dag begonnen. Een route van 15,9 kilometer, het begin van It Jabiks-paad: vanaf Sint Jacobiparochie via Zwarte Haan aan de Waddenzee”, zegt Tineke. Het samen wandelen brent hen ,,dichter bij elkaar’’, zo verwoorden ze. Ze hebben veel tijd om samen te praten, maar ook om soms uren stil te zijn. En nog belangrijker: ze kunnen de ervaringen van het onderweg-zijn delen.
Nog duizend kilometer
Nu, vijf jaar later, hebben ze samen bijna tweeduizend kilometer afgelegd als pelgrims. Er zijn nog de nodige kilometers te gaan naar Santiago de Compostella, de plek waar ze in 2020 hopen aan te komen.
Ieder jaar nemen ze minstens drie weken vakantie op om samen een deel van de Camino te wandelen. Ze zijn net terug van een pelgrimstocht met als eindpunt het Spaanse Bilbao. 520 kilometer die ze in drie weken en één dag hebben volbracht. Zonder rustdagen ,,Toen we aankwamen hadden we nog één dag over om het Guggenheim Museum in Bilbao te bezoeken”, zegt Eeuwe lachend. ,,We hebben pelgrims uit veel verschillende landen gesproken over heel diverse onderwerpen, maar vooral over de drijfveer om te pelgrimeren. We hoorden vaak dat de pelgrimstocht een lang gekoesterde wens was, meestal vanuit religieuze gedachten.’’
De grootsheid van de natuur is iets wat hen beiden raakt onderweg
Eeuwe en Tineke zijn lid van het Nederlands genootschap van Sint Jacob en ontvangen elk kwartaal de Jacobsstaf, het kwartaalmagazine van het genootschap. Ze kunnen zich helemaal herkennen in de verhalen die ze daarin lezen. ,,We wandelen niet altijd in hetzelfde tempo, maar we zorgen altijd dat we elkaar in het zicht hebben. Eeuwe kan ook veel beter kaartlezen. Zonder hem zou ik compleet verdwalen”, zegt Tineke.
De grootsheid van de natuur is iets wat hen beiden raakt onderweg. Bijvoorbeeld als je een ree ziet liggen, de hele dag vogels hoort, maar ook genieten zevan de bergen en de oneindige graanvelden en wijngaarden. Ze voelen dan dat ze deel uitmaken van iets dat groter is dan het gewone. ,,En we houden van de oude kerken, de serene sfeer. Je vóélt die geschiedenis van die gebouwen. Dat je weet dat daar al eeuwen pelgrims langs zijn gekomen. Dat dit plekken zijn waar gebeden en gezongen wordt door zoveel generaties. We steken ook altijd zelf even een kaarsje aan”, zegt Eeuwe.
Tineke vindt ook de ontmoetingen met andere pelgrims onderweg bijzonder. ,,Met sommigen hebben we nog steeds contact. Je deelt soms dingen uit je leven die je niet eens aan je familie vertelt. Omdat je je echt vrij voelt, vrij om te praten met iemand die je misschien nooit meer in je leven ziet.”
Drukte in Santiago
‘De weg ernaartoe, is belangrijker dan het doel’, die spreuk is voor Tineke en Eeuwe ook leidend geworden. Ze kijken eigenlijk helemaal niet zo uit naar de drukte en het toeristische eindpunt in Santiago. Al willen ze dat wel graag halen volgend jaar. En ze gaan daarna nog even verder, naar Finisterre, aan de zee. En wat er dan komt? Ze weten het nog niet.
Ze nemen alle ervaringen van de reizen mee in hun hart. Eeuwe zegt dat hij al wandelend zichzelf beter heeft leren kennen. ,,Je ontdekt dingen van jezelf die je niet wist… Het wandelen begon als iets sportiefs, maar inmiddels zijn en voelen we ons pelgrims. Op weg naar onbekende oorden, maar samen verbonden in een tocht die ons verder brengt in het leven.”