De beste tijd om te gaan wandelen is voor mij op de vroege ochtend. Dan ben ik op mijn best, want op een of andere manier verloopt het op een later tijdstip nooit erg lekker. En dan bedoel ik met name, als ik pas in de middag op pad ga. Zoals mijn wandeling door de Ooijse polder waarbij ik vertrek vanaf het Hotel ’t Spijker in Beek.

Het is 13:30 uur en mijn Komoot navigatie app zegt dat ik op de Rijksstraatweg naar het oosten moet lopen. Na 270 meter sla ik rechtsaf het ‘Keteldal’ in en gaat het gestaag omhoog. Als ik zo’n 500 meter op dit pad gelopen heb kom ik op bekend terrein. Ik herken het van andere keren dat ik hier over de N70 wandelde, maar kwam dan van de andere kant af.

Waar de N70 een smal hagenpad in gaat, ga ik rechtdoor en loop over een smal pad langs de bosrand… ik geniet van de prachtige goud en koperkleuren, die nog eens extra gaan schitteren als het zonnetje gaat schijnen. Ik loop hier langs de flanken van de ‘Duivelsberg’, en ik moet een flinke klim trotseren om boven te komen op het ‘Piet van Rossumpad’.

Het is maar goed dat ik mijn stokken bij mij heb, anders glijd ik beslist hier weg met die natte bladeren op het pad. Als ik boven ben vragen een paar jongens aan mij, “Is het een zware klim mevrouw?“ en hijgend kan ik dat alleen maar beamen. Zij willen hier naar beneden, maar kiezen toch maar een pad wat geleidelijk naar beneden gaat. Ik geef ze geen ongelijk als je geen stokken bij hebt.

Via het ‘Piet van Rossumpad’ Loop ik naar beneden en kom bij de ‘Rijksstraatweg’, die ik oversteek om richting de ‘Ooijpolder’ te wandelen. Hier loop ik langs talrijke meertjes, watertjes en vispoelen. En gelukkig staan er op vele mooie uitkijkpunten, ook bankjes. Veel zal ik niet kunnen pauzeren, want ik wil wel terug zijn voor dat het donker wordt. Maar hier aan het ‘Wylerbergmeer’ en na een uur wandelen ga ik toch even zitten.

Regelmatig gaat mijn route over het ‘Boerenlandpad’. De naam zegt al genoeg, en loop ik over weides, kruis regelmatig overstap hekjes, en loop langs akkers waarvan het pad door oogstmachines kapot is gereden. Ik zak af en toe tot mijn enkels weg in de blub als er geen andere mogelijkheid is om op het pad te blijven.

Blij ben ik dan ook als ik weer op de verharde weg kom, in dit geval de ‘Kerkdijk’ die tot in het dorp Ooij doorloopt. Op de kerktoren zie ik al dat het kwart over drie is, en ik vermoed dat ik in tijdnood kom met mijn planning. In Ooij gaat de eigenlijke route nog rechtdoor naar de uiterwaarden aan de Waal, maar ik kies eieren voor mijn geld en sla linksaf en zoek een tussenweg om de route af te snijden.
Ik loop nog steeds op de Kerkdijk en zie in de verte twee torenspitsen, die ik maar in de gaten houd. Wat zouden dat voor torens zijn vraag ik mij af, maar als ik dichterbij kom lees ik dat het een Stalhouderij is die Kasteelsche Hof heet. De toren is nog een overblijfsel van het oude Kasteel Ooij.
Een eindje verderop aan de rechterkant is een andere torenspits, en die is van een ‘Hervormd kerkje’. Maar zo ver kom ik niet, want doordat ik zo gefixeerd ben op die torens, zie ik dat ik te ver doorgelopen ben, en moet ik weer 300 meter terug lopen om een doorgang te zoeken naar een ‘Boerenlandpad’. Het pad loop langs een een drietal poelen, die ik mooi links laat liggen want dit pad gaat twee kilometer over het boerenland. Blik op oneindig en voorwaarts, in de verte zakt de zon al haast achter de heuvels. Ik moet voortmaken!!
Ook op dit pad moet ik balanceren om overeind te blijven. Dit gaat zo een tijdje door tot ik bij het kerkje in ‘Persingen’ weer op de harde weg kom. Vanaf hier is het nog 700 meter voordat ik bij het voetveer over ‘Het Meertje’ ben.

Natuurlijk ligt het veer aan de overkant, maar ik heb geluk want er komen twee wandelaars mijn kant op. Als ze halverwege zijn vragen ze of ik mee wil draaien, maar daar heb ik geen zin in en weet ook niet of dat kan. Want wie draait er met mij mee als ik naar de overkant ga.


De twee zijn afgepeigerd als ze bij mij aankomen, en gaan op een bankje zitten uitrusten. Ik laat mij niet kennen en begin aan mijn overtocht. Wat gaan die krengen toch zwaar, maar toch krijg ik het voor elkaar om zonder te stoppen aan de overkant te komen. Waar een sportschool al niet goed voor is denk ik dan maar. Natuurlijk ga ik aan de overkant niet op een bankje zitten, en verdwijn op het pad tussen de rietkragen. Natuurlijk ben ik moe maar dat zullen die twee niet zien van mij…
Dit is nog eens 500 meter zwoegen op een pad wat je eigenlijk geen pad kunt noemen. Dan loop ik links, dan spring ik weer naar rechts als ik denk dat het daar beter is, en dan is 500 meter een lange weg die je moet gaan. Dit pad komt uit bij de voetgangersbrug over de ‘Nieuwe Rijksweg’. Aan de andere kant wandel ik een mooi stukje natuur het ‘Bronnenbos’ in. Normaal is het hier mooi wandelen maar het is al aardig donker, en zie er maar weinig van.

Ik kom weer uit op de ‘Rijksstraatweg’ waar ik mijn wandeling begon. Op mijn Komoot app zie ik dat de route aan de overkant weer het heuvelachtig bosgebied in gaat, om dan parallel aan de Rijksstraatweg naar het eindpunt te gaan. Omdat ik het nu toch echt te donker vind worden loop ik linea recta terug over de straat.
Het was een prachtige wandeling die in een ander jaargetijde, waarschijnlijk veel beter te bewandelen is. Maar nu in de Ooijpolder over Boerenlandpaden was het zwaar ploeteren. Want zwaar was het… mede door de slecht begaanbare paden, maar ook de tijdnood waar ik mij in bevond. Ik was bang dat ik het niet ging halen voor donker. Maar zoals Jullie op de laatste foto kunnen zien was ik net voor donker om 17:00 uur weer terug in Beek😊

Deze kunnen wel een onderhoudsbeurt gebruiken!!
Tsjonge …. en deze had je voor ogen voor ons tweeën???? 😂😂 Wat een geglibber maar ook wat een pracht. Ik loop met je mee in het voorjaar als het niet té nat is.
LikeLike
Ja daar had ik mij lelijk op verkeken, zo blubberig. Nu was het hard werken geblazen🥵🥵
LikeLike
Een stevige workout. 😁😁
LikeLike
Ik kon wel merken dat mijn Seniorenfit er een positieve draai, uitwerking aan heeft gegeven. 😊
LikeLike