Hospitalero Janine Verhaaf vertelt over haar belevenissen in…
Heimwee naar Roncesvalles.
Op een dag waarop de hele middag fikse hoosbuien vallen en de pelgrims onder de modder, nat en totaal verkleumd binnen strompelen komt een Amerikaanse vrouw drijfnat binnen. Als een collega bij haar binnenkomst zijn armen spreidt en zegt: ‘Welcome, you made it’ begint ze te trillen, zakt bijna in elkaar en barst ze in tranen uit

Haar handen zijn zó koud dat ze haar handschoenen niet uit kan krijgen. Ik help haar met die handschoenen, doe haar poncho af, haal haar rugzak van haar rug en zeg dat ze eerst even moet gaan zitten. Ik haal een kop thee en wrijf haar modderige handen voorzichtig warm. Nadat ze is ingeschreven brengen we haar met de lift naar boven. En dan is het altijd weer een wonder om te zien hoe diezelfde vrouw, na een uurtje, na het douchen en even liggen op bed, weer redelijk fris en fruitig in de Albergue rondloopt.

‘s Avonds om 7 uur komt een Amerikaanse vrouw uit Texas binnen, doornat door de stromende regen en hevig geëmotioneerd: ze heeft de hele dag samen gelopen met een Spaanse vrouw van 68, maar ze moest die vrouw tijdens de steile afdaling achterlaten: de Spaanse was doodmoe, het was erg modderig en zij kon niet verder. Wij bellen 112 en binnen vijf minuten staat de wagen van de Bomberos met zwaailicht voor de deur.

De Bomberos zijn eigenlijk de mannen van de brandweer, maar hier in de bergen zijn zij ook degenen die de reddingsoperaties uitvoeren. Nadat zij de Texaanse vrouw, die gelukkig niet alleen Engels maar ook vloeiend Spaans spreekt, uitvoerig hebben ondervraagd waar zij precies haar vriendin heeft achtergelaten rennen ze de berg op. Deze jongens zijn enorm getraind, hebben een ijzeren conditie en weten op de berg iedere kiezelsteen, iedere boom en iedere grasspriet te vinden. Drie kwartier later komt de melding van de alarmcentrale van Navarra dat de vrouw is gevonden en naar de dokterspost in het naburige dorpje is gebracht. De opluchting zowel onder de Hospitaleros als bij de vrouw uit Texas is enorm!
De volgende dag krijgen we van de instanties te horen dat ze ernstig onderkoeld was, dat ze haar been had gebroken en dat ze in Pamplona in het ziekenhuis ligt. Dank zij de Texaanse vrouw kon er een zoekactie worden gestart; je moet er toch niet aan denken dat zo’n vrouw daar de hele nacht met een gebroken been in de stromende regen ligt ….
Op een andere dag komt er een telefoontje van een ongeruste moeder uit Nederland: er komt – als het goed is – vandaag een Jeroen binnen, en of we hem willen vragen zijn moeder te bellen? Ze heeft al langere tijd niets meer van hem gehoord en ze is erg ongerust. Dus ik vraag tot vervelens toe aan iedere Nederlander die rondloopt of hij Jeroen heet.
Kom ik een andere jongeman (geen Jeroen) tegen die al twee maanden onderweg is vanuit Nederland, ik leg hem uit waarom ik zijn naam vraag, hij schrikt en bedenkt zich dat hij vanavond zijn moeder moet bellen want dat heeft hij al een hele tijd niet meer gedaan. ‘Zeg maar dat het moet van de Hospitaleros’ zeg ik hem.

Een groep van twaalf broeders uit een klooster uit Quebec, Canada arriveert in de herberg; ze lopen samen met hun priester de Camino. Allemaal jonge knullen, sommigen spreken ook wel een beetje Engels, maar de meesten spreken alleen Frans. In de wasserij zijn ze alle dertien druk met het op de hand wassen van hun habijten: ze hebben geen geld voor machinaal wassen en drogen. Een merkwaardig gezicht in de wasserij: twaalf broeders en een priester in hun Jansen en Tilanus …..Als we aanbieden hun gewassen kleding in de centrifuge te doen voor een donativo (vrijwillige gift) zien ze ook daarvan af: ze hebben geen geld.

Gelukkig is het droog en het waait behoorlijk; hun pijen wapperen aan de waslijnen achter de kerk tussen de andere pelgrims-wasjes.
‘s Avonds genieten we op de binnenplaats van hun Gregoriaanse zangen, de volgende ochtend staan ze op de binnenplaats een tijdlang verzonken in gebed voordat ze weer op pad gaan.

Een paar dagen lang hebben wij hoog bezoek: Peter Hesseling, de voorzitter van het Genootschap Sint Jacob heeft gevraagd of hij een paar dagen bij ons ‘stage’ mag lopen, om eens een idee te krijgen hoe dat nu eigenlijk gaat in Roncesvalles. Wij ontvangen hem met open armen: wij kunnen een paar extra handen goed gebruiken. Peter kan dus vol aan de bak, bedden schuieren, vloeren zwabberen, WC’s schoonmaken en natuurlijk ook werken in de wasserij.

Ondanks alle emancipatie is die wasserij voor veel mannelijke Hospitaleros toch nog wel een ‘dingetje’. Thuis hebben ze geen flauw idee hoe de wasmachine werkt, maar hier gaan ze er na een paar dagen vol tegenaan als volleerde wasbazen. ‘Als mijn vrouw dit eens wist ……’ Neen, we verklappen niets!